Hoofdstuk 8, deel I
En nu wil ik naar mijn huisje. De enige manier om er te komen is per auto. Ik kijk rond of ik een taxi in de buurt bespeur. Het duurt even, maar dan zie ik er een aankomen. Als ik hem insein, stopt hij bij het trottoir.
Ik buig me richting het open passagiersraam en buig mijn hoofd. De chauffeur was een wat zwijgzaam type en beslist niet hulpvaardig. Hij deed wel de kofferbak open, maar hielp me niet de koffers en tassen erin te tillen. Nadat ik hem het adres had opgegeven bromde hij nog wat, maar verder deed hij zijn mond niet meer open, dus keek ik uit het raam. Eerst waren er nog wat straten en gebouwen.
Ik buig me richting het open passagiersraam en buig mijn hoofd. De chauffeur was een wat zwijgzaam type en beslist niet hulpvaardig. Hij deed wel de kofferbak open, maar hielp me niet de koffers en tassen erin te tillen. Nadat ik hem het adres had opgegeven bromde hij nog wat, maar verder deed hij zijn mond niet meer open, dus keek ik uit het raam. Eerst waren er nog wat straten en gebouwen.
Eenmaal buiten het stadje wordt het al landelijker, met kreken en bomen in het water, moerassen. Het is wel een beetje shabby hier, en een beetje grijs en nevelig , maar toch, wel mooi ergens. Het huisje ligt echt in de middle of nowhere.
De foto’s die ze me gaven, klopten aardig. Het huis zelf oogt vervallen. Als ik eenmaal uitgestapt ben en de chauffeur betaal, zegt die nog: “nou de mazzel wijffie, dat heb je wel nodig hier”. Oké, dat zal de plattelandshork wel zijn, denk ik nog. 'Aardige' mensen hier.
Crisis!! Om het eerlijk te zeggen, ben ik teleurgesteld. De moed zakte me in de schoenen. De tuin ziet er niet uit. Overal taai gras, en een verschrompelde boom. Volgens mij heb ik een kapmes nodig om me door deze jungle een weg naar de voordeur te hakken.
Het is echt midden in de swamp kun je wel zeggen. Het huis is klein, dat wist ik, en daar moet zeker het een en ander aan gebeuren en dat is nog zacht uitgedrukt! De verf is van het houtwerk afgebladderd. Ik kan me niet herinneren dat ik hier
heb gewoond toen ik klein was. Ik herken niets.
Het is echt midden in de swamp kun je wel zeggen. Het huis is klein, dat wist ik, en daar moet zeker het een en ander aan gebeuren en dat is nog zacht uitgedrukt! De verf is van het houtwerk afgebladderd. Ik kan me niet herinneren dat ik hier
heb gewoond toen ik klein was. Ik herken niets.
Binnenin is het ook nog niet veel soeps; same story, veel verfwerk nodig.
De badkamerdeur knal ik snel weer dicht. Natuurlijk, ik was gewaarschuwd, maar hier word ik behoorlijk depri van. Ik bedenk dat ik gewoon moe ben, vreselijk moe na deze dag. Misschien dat ik er morgen anders tegenaan kijk. (Hoop ik)
Een lichtpuntje: Ze hebben het wel provisorisch voor me ingericht. De koelkast staat aan en is ook nog eens gevuld. Ze hebben zelfs het bed voor me opgedekt.
Ik ben echt kapot nu. Morgen ga ik verder op verkenning, maar nu eerst douchen en naar bed. Oh nee, dat vergat ik, geen douche. Nou dan maar direct naar bed.